"Impact van grap van onderschat"
Reacties naar aanleiding artikel Alle Hens “Impact van grap vaak onderschat.”
Medio december 2019 besteedde de Alle Hens in het artikel “Impact van grap vaak onderschat” aandacht aan de gegeven reacties op social media die Coming out day op 11 oktober te weeg hadden
gebracht. Het artikel ging over hoe hetero personeel binnen defensie omgaat met LHBT+ collega’s en hoe dit door hen ervaren wordt. Naar aanleiding van het artikel ontving het bestuur van SHK tal
van positieve reacties van binnen en van buiten Defensie.
Zo schreef een voormalig Geestelijk Verzorger (dominee) van defensie bewondering te hebben voor de collega’s in het artikel, die opkomen voor mede collega’s en hiermee een voorvechtersrol
vervullen op het gebied van LHBT+. De GV-er (bd) krabde zich toch ook wel een beetje achter het oor, omdat hij dacht, met zijn ervaringen binnen de krijgsmacht, dat dit binnen defensie toch echt
niet nodig meer zou moeten en mogen zijn. Dat homoseksualiteit en alles wat niet-heteroseksueel geaccepteerd was en als normaal kon worden gezien. Hij vroeg zich dan ook oprecht af, of hij al die
jaren zijn ogen voor dit onderwerp onbewust gesloten had gehouden. Ook gaf hij aan dat vooral de betrokkenheid van enkel humanisten (vanuit de GV) op dit gebied hem altijd opgevallen was, maar
graag gezien en gewild had dit onderwerp veel breder binnen de GV gedragen zou worden.
Ook veel niet LHBT+ (oud) collega’s mailden complimenten en bewondering door, voor de collega’s die zich inzetten voor acceptatie, herkenning en begrip van LHBT+ collega’s binnen onze
organisatie. Het doet ons goed om te zien dat er op de werkvloer toch een brede mate van support is voor wat betreft LHBT+ collega’s, of collega’s die net even anders zijn dan de hoofdmoot/-norm
die binnen defensie gangbaar is.
Door het artikel kwam het bestuur ook in contact met KLTZ(bd) Silvain Benistant, die samen met zijn burgercollega Kees Thuijsman als eersten beleid schreven (1992) inzake Homoseksualiteit bij de
Koninklijke Marine. Samen met Silvain blikten wij terug op ruim 30 jaar ontwikkeling op het LHBT+ onderwerp.
Hoewel al in 1974 Homoseksualiteit als ontslaggrond voor militairen officieel in Nederland geschrapt werd, duurde het nog tot 1992 voordat er beleid met betrekking tot homoseksualiteit was.
Tussen ‘74 en ‘92 werd een homoseksuele militair gewoonlijk ontslagen, maar werd (omdat dit tegen de wet was) een andere reden gevonden om van hem af te komen. In 1992 kwam een beleid en een
stroomschema uit voor commandanten met aanwijzingen hoe ze dienden te handelen wanneer ze te maken kregen met “constateren van - of ernstig vermoeden hebben van homoseksualiteit” bij hun eenheid.
Waarbij mooi aangehaald werd dat:
“Een Commandant zich terdege dient af te vragen of met overplaatsing niet slechts een schijnbare of kosmetisch oplossing wordt bereikt. Immers door overplaatsing van betrokken militair(en) wordt
nu een ander met de afwikkeling van het “probleem” belast.”
Silvain vertelt dat op zijn eerste grote reis (eind zestiger jaren) een homo aan boord betrapt werd, waarna deze opgesloten werd in de cel. De volgende dag werd hij van boord gezet, om vervolgens
te worden afgekeurd en ontslagen. Het was een tijd dat je hoorde dat de Marine Inlichtingen Dienst (MARID) samen met de Marine recherche homo’s aanhielden om ze te verhoren om zo zoveel mogelijk
namen van homo collega’s te verzamelen. Er was dus een actief beleid om homo’s binnen de Marine op te sporen. Verdachten van homoseksuele handelingen konden een fikse krijgstuchtelijke straf
krijgen of voorgedragen worden voor ontslag.
Silvain vertelt met passie over zijn tijd bij de Marine. Zijn worsteling als homoseksueel binnen deze zelfde marine, alsmede zijn pogingen om deze “verkeerde’ gewoonte af te leren en zo te
voldoen aan de geldende norm binnen de Marine. En ook vooral om niet in problemen te komen. Hij vond zelfs een boek in de bibliotheek dat “homofilie” beschreef als een afwijking van de normale
seksualiteit. Dat boek stond vol met tips. Het zou hem moeten helpen van zijn homoseksualiteit af te komen, want ook hij wilde een vrouw en kinderen. Achteraf bekeken te bizar dat je uit pure
angst voor je omgeving zo ver gaat. Vertelt hij. Niet zichzelf kunnen zijn vrat enorm veel energie, die hij graag voor andere dingen wilde gebruiken.
De minister van Defensie had in 1974 homoseksualiteit laten schrappen als ontslaggrond voor militairen. In de praktijk merkte je daar niets van. In de aanwijzingen, richt- en beleidslijnen voor
commandanten bleef tot 1990 staan dat zij per bericht (Personeels Zeer Vertrouwelijk) aan de directeur personeel KM moesten rapporteren, als er verdenkingen waren dat een bemanningslid
homoseksueel was. Bewijs was overigens niet nodig. Een verdenking volstond. Het was weliswaar geen reden tot ontslag meer, maar zo iemand kon volgens de MARID wel chantabel zijn en die mocht dus
niet meer met geclassificeerd materiaal omgaan. Het was dus een subtiele manier om homo’s eruit te werken. Want als je niet meer met geclassificeerd materiaal mocht werken, bleef er haast geen
enkele operationele functie voor je over.
Silvain vertelt dat hij er rond 1985 binnen zijn familiekring voor uitkomt en is dan 35 jaar. Na altijd in de verborgenheid geleefd hebben neemt hij een stap en zet een contactadvertentie in de
Volkskrant, omdat hij dacht dat dit een veilige manier was om een levenspartner te kunnen vinden. (Internet was er nog niet.) Dit wordt echter opgemerkt door de Marine Inlichtingen Dienst. Al
zijn gangen werden direct nagetrokken. Op het privé gedrag viel niets aan te merken en er was dan ook geen reden voor ontslag, maar de MARID was wel van mening dat bij het toewijzen van functies
met dit feit echt rekening gehouden moest worden in de toekomst. In 1987 kwam Silvain voor de Marine uit de kast. Op dat moment was de algemene opinie binnen de Marine nog steeds, dat homo’s
beter zo snel mogelijk konden opstappen, omdat dit voor zowel de Marine als voor de betrokkene het beste was. In gesprekken met de toenmalige collega’s van de inspectie voor de geneeskundige
dienst, maatschappelijk werk, de Geestelijke Verzorgers en de sociaal medische dienst (SMD) werd dit advies gewoon nog gegeven. Er werd dan ook op aangestuurd dat homoseksuele collega’s zelf een
verzoek tot ontslag indienden. De tekst van deze verzoeken (zonder dat daar het woord “homoseksualiteit” in voorkwam) lag standaard klaar, zodat er geen conflict optrad met de wet (1974). Iemand
werd dan op andere gronden dan homoseksualiteit (bijvoorbeeld: sociaal niet weerbaar genoeg, verkeerde beroepskeuze en dergelijke) ontslagen. Gelukkig begon dit vanaf 1992 ten positieve te
veranderen naar waar we nu zijn.
Het beleid van de Koninklijke Marine werd later (2006) overigens door de Britten overgenomen, die pas in 2000 homoseksualiteit als ontslaggrond schrapten. Later zou het de basis zijn voor beleid
binnen de Amerikaanse Marine.
Met veel dank en respect naar Silvain sluiten we de middag af. Vooral veel dank, omdat Silvain een van de voorvechters is geweest waardoor we nu kunnen zijn wie we zijn. Het was ontroerend om
naar de verhalen te luisteren en te mogen concluderen dat we nu gelukkig in een andere tijd leven. Er is gelukkig binnen de Koninklijke Marine en de maatschappij een hoop veranderd, maar we weten
dat de acceptatie van anderen en andersdenkenden altijd onder druk staat. Het is belangrijk dat we er samen voor blijven waken, dat iedereen binnen onze organisatie een veilige werkomgeving heeft
waarin hij of zij zichzelf mag en kan zijn. Zoals eerder geschreven we zijn er nog niet, dus achteroverleunen is zeker nog geen optie.
LTZ1 (TD) O. Sinjou
